In Spanje had ik weinig geld nodig. Gratis verblijf op het landje met yurt en alles om zelfvoorzienend te leven, in ruil voor de zorg voor het landje en de yurt.
Eenmaal per week gingen we ‘beneden’ boodschappen halen en even internetten voor mijn werk.
Mijn inkomsten bestonden uit de verkoop van mijn schilderijen in Nederland, en het schrijven van beeldende lessen voor scholen in Nederland. Dit deed ik op mijn MacBook als Abel naar ‘school’ was. Hij had vrijstelling van de Nederlandse leerplicht en ging 4 dagen per week naar een lieve Franse montessori lerares, onze buren. Het schooltje telde 6 leerlingen, van gezinnen uit de ‘ecoaldea’ hier op de berg. De lerares sprak Spaans en Frans, en een klein beetje Engels tegen de kinderen. Er was 1 ander Nederlands meisje, de eerste maanden vertaalde zij alles voor Abel in het Nederlands.
Dagelijks hetzelfde ritueel. Soms was het tegen het vriespunt bij het wakker worden. Tijdens de ochtendschemering maakte ik de houtkachel aan, zette pap op het vuur en deed mijn yoga oefeningen voor de houtkachel. Als de pap klaar was, maakte ik Abel wakker en ontbeten we. Als de eerste zonnestralen boven de heuvel uit piepten bracht ik in mijn hardloop kleding Abel naar het schooltje over het onverharde pad. Het schooltje was een kleine dome, niet groter dan een slaapkamer. Alle kinderen hadden een matje om op te zitten en een kleine houten tafel. Het geluid van zingende kinderstemmetjes verstomde als ik in een drafje aan mijn hardloopronde begon, steeds hoger de berg op richting bron.
De bron was gelegen een paar honderd meter boven het landje, en ook bereikbaar via een kortere route, welke je niet kon nemen zonder lange broek, tenzij je je wilde laten beetnemen door de stekelige dichte begroeiing die hier overal groeit, en de bramenstruien onderaan de bron.
Deze bron gebruikten we voor het wassen en om het landje te bewateren. Het liep door meters aan buizen alvorens in een grote plastic tank te komen waar het opgevangen werd en welke de douche, de wasmachine en de yurt voorzag van stromend water. Dit water was hierdoor niet drinkbaar, het drinkbare water kwam van een ander bronnetje, naast de yurt.
Een van de eerste keren dat we binnendoor klommen naar de bron, over bovenboerman zijn landje, moest ik een kikker uit de leiding halen. Maar meestal was er een andere reden als de tank weer eens geen water had: Spaanse bovenboeren vonden het soms nodig om de leidingen te verwisselen, omdat ze bang waren dat hun landje niet genoeg water zou hebben, ondanks dat het bronnetje altijd bleef stromen. ook tijdens het droge seizoen.
Er ging ook een weg naartoe, steeds hoger kronkelend en met steeds schuinere stukken, welke ik dus gebruikte voor mijn hardloopronde.
Altijd als de verharde weg stopte, keerde ik om en rende heuvelafwaarts weer terug naar de yurt. Kleedde me uit en nam een bad in het ijskoude water van de alberga van de benedenboerman. Spaanse boerman kwam toch altijd pas tijdens de siësta. Meerdere mensen uit de ecoaldea maakten ‘s zomers dankbaar gebruik van deze mogelijkheid tot verkoeling. Iedereen wist waar de slangen zaten en beperkten zich dan enkel tot het stuk waar meestal alleen de kikkers kwamen.
Na het bad en het douchen onder de buitendouche, liet ik me altijd door de zon drogen en dan kon mijn werk beginnen.
Afbeelding: De waterbron (la fuente), 15 x 10 cm, 2015
Sorry, the comment form is closed at this time.